eenheden

SS-Standarte 1
SS-Stabswache Berlin
SS-Sonderkommando Berlin
SS-Standarte 1 Adolf Hitler
Leibstandarte Adolf Hitler
Leibstandarte-SS Adolf Hitler
SS-Verfügungstruppe
SS-Standarte 1 Deutschland
SS-Standarte 2 Germania
SS-Standarte Der Führer
SS-Verfügungs-Division
SS-Division Deutschland
SS-Division Das Reich

stabswache

Stabswache Berlin 1933. Bron: forum-der-wehrmacht.de

Op 1 augustus 1928 werd in München SS-Standarte 1 opgericht als lijfwacht voor de top van de NSDAP. Commandant van de eenheid was Josef (Sepp) Dietrich. Uit deze Standarte werd in 1929 een Stabswache van 120 man geformeerd, die optrad als persoonlijke lijfwacht van Hitler. Sepp Dietrich nam het commando op zich en liet de dagelijkse leiding van SS-Standarte 1 over aan Heinrich Höflich.

Toen Hitler in 1933 tot rijkskanselier werd benoemd, volgde Dietrich hem naar Berlijn. Dietrich vormde daar op 17 maart 1933 uit 117 door Otto Reich geselecteerde getrouwen van SS-Standarte 1 een lijfwacht die de rijkskanselarij bewaakte; de SS-Stabswache Berlin. Kort daarna werd de eenheid hernoemd tot SS-Sonderkommando Berlin. Op 2 september 1933 werd Sonderkommando Berlin op de rijkspartijdag van de NSDAP samengevoegd met twee in juni gevormde Sonderkommando’s (Jüterborg en Zossen) tot SS-Standarte 1 Adolf Hitler, ook wel Adolf Hitler Standarte genoemd, ter grootte van twee bataljons.

Op 9 november leibstand_ah1933 zwoeren de soldaten van de SS-Standarte 1 Adolf Hitler onvoorwaardelijke trouw en gehoorzaamheid aan Adolf Hitler tijdens de herdenking van de mislukte Feldherrnhalle-putsch in München, tien jaar eerder. Bij die gelegenheid werd de naam gewijzigd in Leibstandarte Adolf Hitler. Op 13 april 1934 werd de eenheid (853 man) op bevel van de Reichsführer-SS Himmler hernoemd tot Leibstandarte-SS Adolf Hitler.

SS-VT
De naam SS-Verfügungstruppe, afgekort SS-VT, werd voor het eerst genoemd in een schrijven van Reichsverteidigungsminister Werner von Blomberg aan de Chef der Heeresleitung, de Chef der Marineleitung en de Chef der Luftfahrt van 24 september 1934. De sterkte werd bepaald op drie regimenten en een Nachrichten-Abteilung: Leibstandarte-SS Adolf Hitler (die daardoor begin oktober 1933 uitgebreid kon worden van twee naar drie bataljons) en twee nieuwe, uit diverse Sonderkommando’s, op te richten regimenten: SS-Standarte 2 Deutschland en SS-Standarte 3 Germania.

In vredestijd viel de Verfügungstruppe onder bevel van de Reichsführer-SS, in oorlogstijd onder de Wehrmacht. Wat precies de taken van de Verfügungstruppe waren, werd niet geheel duidelijk, maar de eenheid richtte zich vooral op de binnenlandse veiligheid, daar waar de Wehrmacht de veiligheid naar buiten garandeerde. Op 14 december 1934 besloot Hitler tijdens de rijkspartijdag in Neurenberg om de Leibstandarte als zijn persoonlijke lijfwacht buiten de Verfügungstruppe te plaatsen, waarna SS-Standarte 2 Deutschland en de SS-Standarte 3 Germania hernummerd werden tot SS-Standarte 1 Deutschland (in 1935 SS-Standarte Deutschland) en SS-Standarte 2 Germania (in 1936 SS-Standarte Germania).

deutschland_cufftitleBloedoffers
Tijdens de partijdag van 16 maart 1935 kondigde Hitler de algemene dienstplicht af en kondigde hij aan dat de Wehrmacht in vredestijd 36 divisies zou tellen, waaronder een SS-Divisie. In diezelfde maand werden de Standarten ‘Deutschland’ en ‘Germania’ gevormd. Op 8 augustus 1935 gold de Verfügungstruppe als opgesteld. Een volgende stap was de oprichting van de Inspektion der SS-Verfügungstruppe onder leiding van Brigadeführer Paul Hausser op 1 oktober 1936. Onder Hausser groeide het aantal manschappen in de Verfügungstruppe van rond de germania_cufftitle10.000 man naar meer dan 14.000 man. Ook deed de Verfügungstruppe de eerste inzet-ervaringen op door de deelname aan de bezetting van het Rijnland, Sudetenland, Oostenrijk en Tsjecho-Slowakije. Himmler voedde op 8 november 1937 de aspiraties van de Verfügungstruppe door te stellen dat de eenheid ‘de morele plicht had om aan het front te vechten en bloedoffers te brengen’.

der_fhrer_cuff_titleNadat Hitler op 4 februari 1938 de leiding over de Wehrmacht naar zich toe had getrokken, en op 17 augustus 1938 in het geheim de Verfügungstruppe onder zijn persoonlijke commando had gebracht, kondigde Hitler op 18 mei 1939 aan dat als afsluiting van de opbouw van de SS-Verfügungstruppe de drie Standarten zouden worden samengebracht in een SS-Divisie van 20.000 man naar het model van een infanteriedivisie van de Wehrmacht. De betreffende regimenten waren ‘Deutschland’ (onder commando van SS-Standartenführer Felix Steiner), ‘Germania’ en ‘Der Führer’ (in maart 1938 gevormd in Wenen). Ook ging een lang gekoesterde wens in vervulling met de toevoeging van een artillerieregiment, antitank- en verkenningsafdeling en een luchtafweerbataljon.

SS-Verfügungsdivision
Op 1 april 1940 werd op de troepenoefenplaats bij Pilzen de SS-Verfügungsdivision opgesteld. Later die maand (22 april 1940) besloot de Reichsführer-SS dat alle eenheden van de SS-Verfügungsdivision zouden overgaan naar de in maart 1940 gevormde Waffen-SS. De aanduiding SS-Verfügungstruppe werd daarmee geacht niet meer te worden gebruikt. In mei 1940 nam de SS-Verfügungsdivision deel aan de inval in Nederland. Standarte Der Führer en het Tweede Bataljon van het artillerieregiment waren toegevoegd aan de 207. Infanteriedivision. Een verkenningbataljon en een peloton pantserwagens van Standarte Deutschland maakten deel uit van de 254. Infanteriedivision. De rest van de divisie rukte in twee gemotoriseerde kolonnes op richting Hilvarenbeek om te voorkomen dat geallieerde troepen vanuit België in de zuidelijke flank van de Duitse troepen zouden stoten. Toen dat niet gebeurde trokken de kolonnes over de overvolle wegen verder richting Zuid-Beveland en Walcheren. Na de Nederlandse capitulatie rukte de divisie op door Frankrijk tot bij de Frans-Spaanse grens. Na Franse capitulatie werd de SS-Verfügungsdivision na een kort verblijf in Zuid-Frankrijk begin juli verplaatst naar de omgeving van Den Haag met als belangrijkste opdracht toe te zien op de Nederlandse demobilisatie. Het aantal bataljons in het artillerie regiment werd vergroot, maar tegelijkertijd moest de divisie officieren een eenheden afstaan aan onder andere de Leibstandarte en de nieuwe divisie Wiking. In het najaar werd de Verfügungsdivision naar Visoul in Zuid-Frankrijk verplaatst. Op 3 december 1940 werd de Verfügungsdivision (kortstondig) hernoemd tot SS-Division Deutschland en op 21 december 1940 tot SS-Division Das Reich.


SS-Regiment Westland
SS-Panzergrenadier-Regiment Westland
SS-Freiwilligen-Standarte Nordwest
SS-Freiwilligen-Verband Niederlande
SS-Freiwilligen-Legion Niederlande

cuffwestlandIn mei 1940 richtte het hoofd van het SS-Hauptamt en verantwoordelijke voor de werving van manschappen voor de Waffen-SS, SS-Obergruppenführer Gottlob Berger, in Den Haag het eerste wervingsbureau voor de Waffen-SS op. Op 25 mei 1940 werd SS-Regiment ‘Westland’ opgericht en opengesteld voor Nederlanders en Vlamingen die vrijwillig met de Duitsers wilden meevechten. Niet lang daarna meldden de eerste Nederlanders zich bij de wervingskantoren om dienst te nemen. De vrijwilligers die voldeden aan de strenge toelatingseisen werden opgenomen in ‘Westland’. Vele honderden die niet voldeden werden naar huis gestuurd. Op 1 december 1940 werd ‘Westland’ opgenomen in SS-Division (mot) Germania (vanaf 21 december 1940 SS-Division Wiking).

Nordwest
ssctnordwestf_smallToen de Duitse verliezen begonnen toe te nemen, waren steeds meer soldaten nodig. De Duitsers konden het zich niet langer veroorloven om vrijwilligers af te wijzen. Daarom werd op 3 april 1941 naast ‘Westland’ SS-Freiwilligenstandarte Nordwest opgericht, waarin minder geschikte vrijwilligers werden opgenomen en waarbij de nadruk meer lag op nationale dan op nationaalsocialistische sympathieën. In tegenstelling tot ‘Westland’ behoorde ‘Nordwest’ strikt formeel niet tot de Waffen-SS omdat Himmler de vrijwilligers van Nordwest beschouwde als tweederangs rekruten. In de praktijk droegen de vrijwilligers van ‘Nordwest’ echter het uniform van de Waffen-SS en waren ze ook gelijkgesteld aan de Waffen-SS voor wat betreft materiële omstandigheden. Een oud-officier van Leibstandarte-SS Adolf Hitler, SS-Standarten-führer Otto Reich, werd commandant van ‘Nordwest’. Organisatorisch viel ‘Nordwest’ onder de Kommandostab Reichsführer-SS.

frwlegniederlandeNiederlande
Op 12 juli 1941 werd ‘Nordwest’ opgedeeld in een ‘SS-Freiwilligen-Verband Flandern’ en een ‘SS-Freiwilligen-Verband Niederlande’, beide ter grootte van een infanteriebataljon. ‘Nordwest’ was daarmee in feite niet meer dan een regimentshoofdkwartier voor de opleiding van twee vrijwilligerslegioenen. Op 1 augustus 1941 werd ‘SS-Freiwilligen-Verband Niederlande’ opgewaardeerd tot een regiment door de toevoeging van een tweede bataljon. Tien dagen later werd voor het eerst de nieuwe benaming SS-Freiwilligen-Legion Niederlande gebruikt. Op 24 september 1941 besloot het SS-Führungshauptamt ‘Nordwest’ te ontbinden zonder dat er ooit een schot was afgevuurd. De reden hiervoor was dat er, tegen de hooggespannen verwachtingen in, niet voldoende Nederlandse vrijwilligers waren om Nordwest én het begin augustus 1941 opgerichte vrijwilligerslegioen te bemensen. De Nordwestvrijwilligers kregen de keus om naar huis te gaan of over te gaan naar het 1. Infanterieregiment (mot.) Freiwilligen-Legion Niederlande. In oktober 1941 werd een derde bataljon aan het legioen toegevoegd. Dit bataljon bestond voornamelijk uit leden van de weerbaarheids-afdelingen van de NSB. Op 23 oktober 1941 legden de eerste Nederlandse vrijwilligers de eed af.

Als je op de jaartallen op de pagina ‘historische context’ klikt, lees je meer over het vrijwilligerslegioen en de opvolgers, 4. SS-Freiwilligen-Panzergrenadier-Brigade Nederland en 23. SS-Freiwilligen-Panzergrenadier-Division Nederland.


SS-Regiment Nordland
SS-Freiwilligen-Legion Norwegen
SS-Freiwilligen-Verband Dänemark
SS-Panzergrenadier-Regiment Nordland 14. (germanische)
SS-Panzergrenadier-Division
SS-Panzergrenadier-Division 11 (germanische)
11. SS-Freiwilligen-Panzergrenadier-Division Nordland

nordlandAl op 20 april 1940, elf dagen na de inval in Noorwegen, gaf Hitler het bevel om een SS-Standarte Nordland op te stellen. De eenheid zou moeten gaan bestaan uit vrijwilligers uit Denemarken en Noorwegen en onderdeel moeten gaan uitmaken van de nieuwe SS-Divisie Germania. Op 6 juni 1940 werd het Eerste Bataljon in Klagenfurt opgesteld. Vanaf 20 september 1940 werd de eenheid aangeduid als SS-Regiment (mot) Nordland. Commandant was Obersturmbannführer Fritz von Scholz. Tegen het eind van 1940 telde Nordland 1.000 vrijwilligers. Omdat dit aantal achterbleef bij de verwachtingen, werd het regiment aangevuld met Volksduitsers.

waffen_ss_finland_2

Steiner inspecteert Finse vrijwilligers. Bron: Serbianna.com

Vanaf 1 december 1940 maakte ‘Nordland’ deel uit van de nieuw geformeerde SS-Division (mot) Germania (vanaf 21 december 1940 SS-Division Wiking). In juni 1941 trok Nordland met Wiking Rusland binnen. Begin juli 1941 werd het regiment, ongeveer 2.000 man, losgemaakt van Wiking en toegevoegd aan de 198. Infanteriedivision, waarmee Nordland optrok naar Dnjepropetrovsk en vervolgens naar Rostow. Hier werd het zwaar aangeslagen regiment van drie bataljons omgevormd naar twee bataljons en werden de 15. tot en met de 17. compagnie ontbonden en als versterking toegevoegd aan de twee bataljons. Op 23 mei 1942 werd het Finnische Freiwilligen-Bataillon der Waffen-SS onder leiding van Sturmbannführer Collani als nieuw Derde Bataljon aan Nordland toegevoegd (medio augustus sloten ze zich feitelijk bij Nordland aan). Precies twee maanden later trok Nordland als onderdeel van Wiking de Kaukasus binnen en rukte op naar Grosny. In oktober 1942 stokte de opmars van Nordland door hoge verliezen en totale uitputting van de manschappen. Op 9 november werd SS-Regiment Nordland als gevolg van de naamsverandering van Wiking hernoemd tot SS-Panzergrenadier-Regiment Nordland. In december 1942 trok Nordland op naar Stalingrad om het ingesloten 6. Leger te ontzetten. Ze werden echter teruggedreven en namen stellingen in bij Proletarskaja (januari 1943), Krasnor-Ameiskoje (februari 1943) en Isjum (april 1943).

noors-legioen

Bron: Wikipedia.org

Noren
Behalve voor Nordland konden Noren en Denen zich vanaf medio 1941 aanmelden voor SS-Freiwilligen-Legion Norwegen (Den Norske Legion, DNL) en SS-Freiwilligenverband Dänemark (Frikorps Danmark). Na de oprichting van Den Norske Legion op 29 juni 1941, een week na de Duitse inval in Rusland, verzamelden de eerste Noorse vrijwilligers zich in juli in de Bjølsen Skole in Galskogen. Op 29 juli 1941 vertrok het eerste contingent van 300 Noren naar kamp Fallingbostel (50 km ten zuidoosten van Bremen). Hier werd op 1 augustus 1941 SS-Freiwilligen-Legion Norwegen opgericht. Medio augustus kwam een tweede contingent van 700 Noren aan en 62 Noren uit Berlijn. Op 3 oktober 1941 werd het Noorse legioen beëdigd. De eenheid (1.150 man, een bataljon en een 14. compagnie) werd eind februari 1942 voor het eerst ingezet aan het Wolchowfront (Kiskino) als onderdeel van Kampfgruppe Jeckeln. In mei 1942, na amper drie maanden aan het front, had het Noorse legioen al bijna de helft van haar sterkte verloren en werd de eenheid uit de frontlinie teruggetrokken. In het najaar van fallingbostel_norweigian1942 werd het Noorse legioen kortstondig toegevoegd aan 1. SS-Infanterie-Brigade en ingezet in Wit-Rusland bij Heeresgruppe Mitte. Eind november 1942 werd het legioen (drie infanteriecompagnieën, een zware wapenscompagnie en een antitankcompagnie) verplaatst naar de insluitingsring bij Leningrad (Krasnoye Selo, Konstantinovka, Uretsk, Krasny Bor) en toegevoegd aan de 2. SS-Infanterie-Brigade. In de nacht van 3 op 4 december 1942 drongen de Noren Russen terug die door de stellingen van het Nederlandse legioen waren gebroken. Eind december 1942 telde het legioen minder dan 700 man. In het begin van 1943 kwamen de Noren diverse keren de aangrenzende 250. (Spaanse) Divisie bij Kolpino te hulp. Eind februari 1943 werden de 800 Noren teruggetrokken naar Mitau om in maart 1943 met verlof te gaan. In mei 1943 werden de legioensoldaten opgeroepen om zich te melden voor het nieuw opgerichte SS-Panzergrenadierregment Norge. Ruim 600 van hen gaven gehoor aan deze oproep en vormden de kern van het Eerste Bataljon. Op 20 mei 1943 werd het legioen ontbonden op troepenoefen-plaats Grafenwöhr.

frikorps_danmark_svg

Bron: Wikimedia.org

Denen
Een paar weken na de Duitse inval in Denemarken meldden de eerste Denen zich vrijwillig voor de SS-Standarte Nordwest. Rond februari 1941 hadden zich zo’n 200 Denen voor de Waffen-SS gemeld. Enkele dagen na de Duitse inval in Rusland kondigde de Deense regering de opstelling van een Deens Freikorps aan. Eind juni 1941 gingen de eerste wervingskantoren open. Op 3 juli vertrok het eerste contingent van 150 Denen vanaf station Hellerup bij Kopenhagen naar de Hamburg-Langehornkazerne. Een week later, op 15 juli 1941, werd op bevel van het SS-Führungshauptamt SS-Freiwilligen-Verband Dänemark (ook wel Freikorps Danmark of Frikorps Danmark genoemd) opgericht. De kern van het Freikorps werd gevormd door 109 Denen van SS-Standarte Nordwest. Vier dagen later vertrokken opnieuw 480 Denen naar Hamburg. Op 10 augustus 1941 waren er voldoende vrijwilligers geworven voor de oprichting van een tweede bataljon. Eind 1941 werd de eenheid (1.066 man) naar Posen-Treskau verplaatst. Op 8 en 9 mei 1942 werd het Freikorps via Pleskau naar Demyansk gevlogen. Daar werden ze toegevoegd aan SS-Division Totenkopf die kort daarvoor was bevrijd uit de omsingeling bij Demyansk en zware free_corps_denmark_armshieldverliezen had geleden. Als de Denen op 5 augustus uit de frontlijn worden teruggetrokken om te hergroeperen na bijna drie maanden vechten om hernieuwde omsingeling te voorkomen rond Demyansk, heeft het Freikorps meer dan driekwart van haar sterkte verloren. Eind november 1942 werden de Denen weer ingezet bij Velikije Luki (200 kilometer zuidoostelijk van Pleskau) waar het Russische 3de Stootleger aanviel op de grens tussen Heeresgruppe Nord en Mitte. Op 1 december 1942 werd het Feikorps toegevoegd aan de 1. SS-Infanterie-Brigade en werden vruchteloze pogingen ondernomen om omsingelde Duitse eenheden te ontzetten. Eind december 1942 telde het Freikorps nog 642 man. In februari en maart 1943 werden de Denen vooral ingezet om partizanen te bestrijden. In april 1943 werden de Denen uit de frontlinie teruggetrokken en naar troepenoefenplaats Grafenwöhr, waar het Freikorps op 20 mei 1943 werd ontbonden.

Nordland

logo_nordland

Bron: Wikipedia.org

Op 3 maart 1943 gaf Reichsführer-SS Himmler opdracht om de opstelling van een divisie Nordland voor te bereiden, die onderdeel zou gaan uitmaken van een op te richten germaans SS-Panzerkorps. Dit leidde er toe dat het SS-Führungshauptamt op 22 maart 1943 besloot een divisiestaf op te richten van de 14. (germanische) SS-Panzergrenadier-Division Nordland op troepenoefenplaats Mielau. Deze divisie zou moeten gaan bestaan uit het Freikorps Danmark, Freiwilligen-Legion Norwegen, SS-Panzergrenadier-Regiment Nordland (van de divisie Wiking) en Roemeense Volksduitsers. Op 10 april 1943 werd de divisie hernoemd tot SS-Panzergrenadier-Division 11 (germanische) -daarvoor wel aangeduid als Kampfverband Waränger (februari 1943) en Germanische-Freiwilligen-Division (februari-april 1943)-, en weer later (juli 1943) in 11. SS-Freiwilligen-Panzergrenadier-Division Nordland. ‘Nordland’ telde twee regimenten: SS-Panzergrenadier-Regiment Norge, bestaande uit Noorse en Zweedse vrijwilligers, en SS-Panzergrenadier-Regiment Danmark, voor een groot deel bestaande uit Deense vrijwilligers. In januari 1944 kregen de beide regimenten de nummers 23, respectievelijk 24. Daarnaast behoorde ook onder andere SS-Panzer-Abteilung 11 Hermann von Salza tot ‘Nordland’. Oorspronkelijk was het de bedoeling dat ook het Vrijwilligerslegioen Nederland in deze eenheid zou worden opgenomen, maar uiteindelijk wist Mussert te bewerkstelligen dat het legioen opging in een nieuwe Nederlandse eenheid: SS-Freiwilligen-Panzergrenadier-Brigade Nederland. Ter compensatie werden Volksduitsers aan ‘Nordland’ toegevoegd.

 

Inzet
norge_danmarkVanaf 20 augustus 1943 werd de divisie van troepenoefenplaats Grafenwöhr verplaatst naar Kroatië als onderdeel van het III (germanisches) SS-Panzerkorps. Daar werd de divisie verder opgeleid en nam ‘Nordland’ deel aan acties tegen partizanen. In november 1943 werd de divisie (12.462 man) naar het Oostfront verplaatst en ingezet bij de Oranienbaumenclave. Na de Russische uitbraak uit de Oranienbaumenclave trok de eenheid zich medio januari 1944 na verbeten gevechten terug op Narva. Na maandenlange gevechten rond Narva trok ‘Nordland’ zich op 25 juli 1944 terug op de Tannenbergstelling. Nadat ook de Tannenbergstelling onhoudbaar bleek vanwege een Russische doorbraak bij Heeresgruppe Mitte, trok ‘Nordland’ zich in september 1944 terug naar het Koerland. Daar vocht ‘Nordland’ tot en met december 1944. Eind januari 1945 werd de zwaar gehavende divisie teruggetrokken naar Pommeren. Nadat het Duitse offensief in Pommeren vastliep, sloegen Russische troepen Nordland terug tot over de Oder, ten westen van Schwedt. Hier werden de Waffen-Grenadier-Division der SS Charlemagne en een compagnie Spaanse vrijwilligers als versterking aan de divisie toegevoegd. Vanaf 16 april werd ‘Nordland’ ingezet bij de strijd rond Berlijn. Na de zelfmoord van Hitler en de val van Berlijn viel de zwaar gehavende divisie begin mei 1945 in delen uiteen, die probeerden de Elbe over te steken om zich over te geven aan Amerikaanse troepen.


Nordische Division (Nr. 5)
SS-Division (mot) Germania
SS-Division Wiking
SS-Panzer-Grenadier-Division Wiking
5. SS-Panzer-Division Wiking

logo_wiking

Bron: Wikipedia.org

Reichsführer-SS Himmler greep de verovering van Denemarken en Noorwegen aan om zijn Waffen-SS uit te breiden met een nieuwe (vijfde) gemotoriseerde infanteriedivisie. Deze zou, naast Duitsers, moeten gaan bestaan uit manschappen “aus artverwandten Ländern”, zoals Noorwegen, Denemarken en Nederland. Nadat Hitler zijn goedkeuring had gegeven, kreeg de nieuw op te stellen divisie op 20 november 1940 de aanduiding Nordische Division (Nr. 5). De commandant van SS-Standarte Deutschland, Brigadeführer Felix Steiner, kreeg de opdracht de divisie op stellen.

SS-Division (mot) Germania
Op 1 december 1940 werd de SS-Division (mot) Germania geformeerd uit drie regimenten: SS-Standarte Germania (tot dan onderdeel van de SS-Verfügungstruppe), SS-Regiment Nordland en SS-Regiment Westland. Standarte (regiment) Nordland bestond uit vrijwilligers uit Denemarken en Noorwegen. In ‘Westland’ dienden Vlaamse en Nederlandse vrijwilligers. Bij ‘Führerbefehl’ kreeg de nieuwe eenheid op 21 december 1941 de naam SS-Division Wiking. Brigadeführer Felix Steiner werd divisiecommandant.

Wiking
Begin 1941 werden de regimenten samen met de andere eenheden samengebracht op troepenoefenplaats Heuberg, waar ze tot eind mei 1941 bleven. Eind juni 1941 trok Wiking als onderdeel van Heeresgruppe Mitte Rusland binnen en rukte via Tarnopol, Shitomir, Cherkassy, Dnjeprpropetrovsk en Rostow op tot Grosny. Op 9 november 1942 werd de divisie hernoemd tot SS-Panzer-Grenadier-Division Wiking (met SS-Panzergrenadier-Regiment Germania, SS-Panzergrenadier-Regiment Nordland en SS-Panzergrenadier-Regiment Westland).

Na de omsingeling van het 6. Leger bij Stalingrad werd Wiking eind december 1942 in noordoostelijke richting teruggetrokken naar het gebied rond naar Rostow. Na de nederlaag bij Stalingrad, begin februari 1943, trok Wiking verder terug op de omgeving van Isjum en Charkov. Op 18 maart 1943 werd SS-Panzergrenadier-Regiment Nordland aan Wiking onttrokken om de kern te vormen van de nieuw op te stellen 11. Panzer-Grenadier-Freiwilligen-Division Nordland. Op 1 mei 1943 werd Obergruppenführer Felix Steiner als divisiecommandant opgevolgd door Brigadeführer Herbert Gille. In september 1943 trok Wiking zich verder terug op Cherkassy en werd op 22 oktober 1943 hernoemd tot 5. SS-Panzer-Division Wiking.

Terugtocht
Nadat de Russen eind januari 1944 twee legerkorpsen inclusief Wiking bij Cherkassy omsingelden, werd Wiking ingezet om uit te breken. Medio februari 1944 slaagde Wiking er in om de omsingeling te doorbreken, echter ten koste van zware verliezen. In maart 1944 vocht Wiking inclusief het heropgestelde SS-Panzergrenadier-Regiment Germania en SS-Panzer-Regiment 5 rond Kowel. Daarna werd Wiking in april 1944 naar troepenoefenplaats Heidelager bij Dębica verplaatst om te hergroeperen en versterking te ontvangen. Medio juli 1944 was de rustperiode voorbij en werd Wiking ten zuidoosten van Bialystok ingezet. De divisie was echter niet in staat de aandringende Russen tegen te houden en werd in augustus 1944 teruggeworpen op Warschau. Eind december werd Wiking hier uit het front teruggetrokken en naar Hongarije verplaatst, waar op 1 januari 1945 de strijd om Boedapest begon. Een Russisch offensief van eind januari 1945 dwong de tot een Kampfgruppe gedecimeerde Wiking terug naar Stuhlweiβenburg. Hier werd Wiking opnieuw versterkt met manschappen van de Kriegsmarine en Luftwaffe. Op 16 maart 1945 begon een nieuw Russisch offensief. De Russen drongen Wiking terug tot Radstadt, waar de overlevenden van Wiking zich overgaven aan Amerikaanse troepen.


SS-Brigade (mot) 2
2. SS-Infanterie-Brigade (mot)
2. Lettische SS-Freiwilligen-Brigade

Op 24 april 1941 beval Reichsführer-SS Himmler de opstelling van SS-Brigade (mot) 2. De 2. SS-Infanterie-Brigade (mot) werd op 1 mei 1941 in Warschau opgericht en ressorteerde vanaf 22 juni 1941 onder de Kommandostab Reichsführer-SS (RFSS). De brigade was samengesteld uit SS-Brigade 2 Reichsführer SS en SS-Infanterie-Regiment 4 (voorheen SS-Totenkopf-Standarte 4 Ostmark), SS-Infanterie-Regiment 5 (voorheen SS-Totenkopf-Standarte 5 Dietrich Eckardt) en SS-Infanterie-Regiment 14 (voorheen SS-Totenkopf-Standarte 14). De commandant van de brigade was SS-Brigadeführer Karl Fischer von Treuenfeld. SS-Infanterie-Regiment 14 werd al in de zomer van 1941 ontbonden. SS-Infanterie-Regiment 5 in de winter, waarna de manschappen over de brigade werden verdeeld. SS-Infanterie-Regiment 4 werd in december 1942 toegevoegd aan SS-Division Das Reich. Dit regiment werd op 20 april 1942 hernoemd tot SS-Regiment Langemarck, met de bedoeling dat het de stameenheid zou worden voor de Vlaamse vrijwilligers.

Na opleid te zijn in Arys werd de 2. SS-Infanterie-Brigade op 1 september 1941 naar het Wolchowfront verplaatst. Het commando was op 4 juli 1941 overgedragen aan SS-Brigadeführer Gottfried Klingemann. De brigade werd toegevoegd aan Heeresgruppe Nord en deed met name dienst in het achterland met als taken het opruimen van (kleine) verzets-haarden, het bestrijden van partizanen en acties tegen Joden, omdat Totenkopfsoldaten van origine niet waren opge-leid als infanteristen. Samen met de 1. SS-Infanterie-Brigade en de SS-Kavallerie-Brigade waren zij verantwoordelijk voor de moord op tienduizenden Joden. Vanaf begin 1942 beschikte de brigade alleen nog over de staf en de toegevoegde Vlaamse (17-11-1941), Noorse (eind november 1942) en Nederlandse (februari 1942) legioenen, Begleit-Bataillon RFSS en Letse vrijwilligers. Nadat in het voorjaar van 1943 de legioenen successievelijk werden teruggetrokken, werd de brigade op 22 oktober 1943 hernoemd tot 2. Lettische SS-Freiwilligen-Brigade.


SS-Standarte Westland
SS-Freiwilligen-Standarte Nordwest
SS-Freiwilligenverband Flandern
SS-Freiwilligen-Legion Flandern
SS-Freiwilligen-Sturmbrigade Langemarck
6. SS-Freiwilligen-Sturmbrigade Langemarck
27. SS-Freiwilligen-Grenadier-Division Langemarck (flämische Nr. 1)

flamische_legion_svg

Bron: Wikimedia.org

Na de Duitse bezetting van België opende de Waffen-SS in de zomer van 1940 een wervingsbureau (Ersatzkommando) in Antwerpen aan de Koningin Elisabethlei 22. Maar in tegenstelling tot Nederland meldden zich nauwelijks Vlaamse vrijwilligers voor de SS-Standarte Westland door de moeizame verhouding tussen de Duitsers en het Vlaamsche Nationaal Verbond van Staf de Clerq, die niet wilde dat de Duitsers leden van zijn Zwarte Brigade recruteerden. Nadat de Duitsers en De Clerq op 26 april 1941 afspraken dat De Clerq zelf vrijwilligers zou rekruteren voor SS-Freiwilligen-Standarte Nordwest, niet voor de Waffen-SS, hadden zich op 1 augustus 1941 400 Vlamingen gemeld. Op 7 juli 1941 kwam daar nog een mogelijkheid bij met de oprichting van de SS-Freiwilligen-Legion Flandern (Vlaams Legioen). Bijna een maand later (6 augustus 1941) vertrok het eerste contingent Vlaamse vrijwilligers, 405 man sterk, na een defilé langs het Palais des Beaux Arts vanaf station Brussel-Noord naar Dębica voor hun opleiding.

Op 12 juli 1941 werd ‘Nordwest’ opgedeeld in een ‘SS-Freiwilligenverband Flandern’, vooral de 1., 6., en 8. compagnie van Nordwest, en een ‘SS-Freiwilligenverband Niederlande’, beide ter grootte van een infanteriebataljon. Op 24 september 1941 besloot het SS-Führungshauptamt ‘Nordwest’ te ontbinden omdat er, tegen de hooggespannen verwachtingen in, niet genoeg Vlaamse vrijwilligers waren om ‘Nordwest’ én het Vlaams Legioen te bemensen. De Nordwestvrijwilligers kregen de keus om naar huis te gaan of over te gaan naar het Vlaams Legioen.

frwlegflandersOostfront
Na het afronden van de opleiding vertrok de ruim 1.000 man tellende SS-Freiwilligen-Legion Flandern op 4 november 1941 naar het Oostfront, waar het werd toegevoegd aan de 2. SS-Infanterie-Brigade. Na eerst ingezet te zijn achter het front voor het bestrijden van partizanen, werd de eenheid vanaf januari 1942 aan het Wolchowfront ingezet. Zes maanden later werden de 108 uitgeputte overlevenden van het Vlaams Legioen afgelost. Een maand later, op 21 juli 1942, werd het legioen, op dat moment ongeveer 130 man, naar het gebied rond Stara Panovo en Finev bij de insluitingsring rond Leningrad verplaatst. Hier sloten zich ook nieuwe vrijwilligers uit Vlaanderen bij het legioen aan. Daarna lag de brigade bij Kolpino, voordat ze als brigadereserve naar Krasnoye Selo werden verplaatst. Begin februari 1943 was het legioen korpsreserve bij Federvskoye. Daarna vochten de 500 man van het Vlaams Legioen bij de bocht in de Neva, bij Nikolskoye en Badayev en ten slotte zuidelijk van Krasny Bor om verloren gegane stellingen van de Spaanse 250. Blauwe Divisie te heroveren. Slechts rond de veertig Vlamingen overleefden de stormloop. Bijna negen maanden later, in mei 1943, werden de weinige overlevenden van het Vlaams Legioen teruggetrokken uit de frontlijn.

langemarckLangemarck
Op troepenoefenplaats Heidelager (bij Dębica) en daarna troepenoefenplaats Böhmen (bij Milowitz) werd het Vlaams Legioen op 31 mei 1943 omgevormd tot SS-Freiwilligen-Sturmbrigade Langemarck. De veteranen van het legioen kregen versterking van een bataljon Finse vrijwilligers, nieuwe Vlaamse vrijwilligers, op 27 juli 1943 vertrokken uit Gent, en Vlamingen uit SS-Divisies (Das Reich, Totenkopf, Wiking). Ook kreeg de Sturmbrigade zware wapens: antitankkanonnen, stormgeschut en luchtafweergeschut. In oktober 1943 werd de Sturmbrigade hernoemd tot 6. SS-Freiwilligen-Sturmbrigade Langemarck.

De ruim 2.000 man van Langemarck werden eind december 1943 verplaatst naar Oekraïne als onderdeel van Heeresgruppe Süd. De brigade werd bij Shitomir ingezet om twee SS-divisies (Das Reich en Leibstandarte Adolf Hitler) te ontzetten die door de Russen omsingeld waren. Vanaf Shitomir trokken de Vlamingen zich terug op Jampol. Hier werd Langemarck eind februari 1944 omsingeld, waarna de eenheid uitbrak en zich door zeventig kilometer vijandelijk gebied terugvocht naar Duitse linies. De 400 overlevenden van de tweeënhalve maand durende gevechten werden op 14 maart 1944 teruggetrokken om eind april te hergroeperen en op krachten te komen op troepenoefenplaats Böhmen (Knovitz, ten zuiden van Praag).

Tannenberg
Op 29 april 1944 werd 6. SS-Freiwilligen-Sturmbrigade Langemarck heropgericht op de troepenoefenplaats Böhmen. De rangen werden weer aangevuld met nieuwe vrijwilligers. Op 19 juli 1944 werd een versterkt bataljon van ongeveer 500 man (Kampfgruppe Rehmann) onder leiding van Hauptsturmführer Wilhelm Rehmann naar Estland verplaatst, om daar te worden ingezet bij de Tannenbergstelling onder commando van het III (germanisches) SS-Panzerkorps. Na bijna een week van bloedige gevechten trokken de overgebleven 250 Vlamingen zich terug uit de Tannenbergstelling.

Duitsland

logo_flandern

Bron: Wikipedia.org

Begin september 1944 werden de restanten van 6. SS-Freiwilligen-Sturmbrigade Langemarck teruggetrokken van het Oostfront en over zee verscheept naar Polen. Op 18 september gaf Reichsführer-SS Himmler de opdracht tot het opstellen van een Vlaamse SS-divisie. In de buurt van Soltau (ongeveer 50 kilometer ten oosten van Bremen) werd de brigade op 19 oktober 1944 omgevormd tot de 27. SS-Freiwilligen-Grenadier-Division Langemarck. Na aangevuld te zijn met nieuwe vrijwilligers, Vlaamse arbeiders in Duitsland, gevluchte leden van de Vlaamse Wacht en Germaanse SS-Vlaanderen en Vlamingen uit de NSKK, Kriegsmarine en Luftwaffe telde de divisie rond de 7.000 man. Op 16 februari 1945 werd een uit 2.000 man bestaande Kampfgruppe Langemarck als onderdeel van het III (germanisches) SS-Panzerkorps samen met Nordland en Nederland ingezet bij de aanval op de noordelijke flank van het 1. Wit-Russische front (Operatie Sonnenwende). Begin maart trokken de 500 overlevenden van de Kampfgruppe zich terug naar Prenzlau achter de Oder. Begin april kreeg de Kampfgruppe versterking van bijna 4.000 man van de divisie uit Soltau. Van deze 4.000 man was echter maar de helft gevechtsklaar, de rest werd ingezet om stellingen te bouwen. Bij Penkun werd Kampfgruppe Müller opgesteld bestaande uit Vlamingen en Walen van Wallonien. Samen met Kampfgruppe Hellebaut probeerde Kampfgruppe Müller de langs de autobaan Stettin-Berlijn oprukkende Russen te stoppen. Eind april werden de Vlamingen teruggedrongen naar de Randowstelling bij Schmölnn en Prenzlau. Op 8 mei 1945 gaven de overlevenden van Langemarck zich bij Schwerin over aan Britse troepen.

 


Légion Wallonie (Wallonisches) Infanterie-Bataillon 373.
SS-Freiwilligen-Brigade Wallonien
SS-Brigade Wallonien
SS-Sturmbrigade Wallonien
5. SS-Freiwilligen-Sturmbrigade Wallonien
Kampfgruppe Wallonie
SS-Freiwilligen-Grenadier-Division Wallonien
28. SS-Freiwilligen-Grenadier-Division Wallonien
28. SS-Freiwilligen-Panzergrenadier-Division Wallonien

7-ss-wallonien-flag

Bron: arekpanzertiger.blogspot.nl

Op 6 juli 1941 kondigde Leon Degrelle, grondlegger van de Waals-Belgische partij Rex, de oprichting van een Légion Wallonie (ook kort aangeduid als Corps Franc Wallonie en Légion Belge Wallonie) aan. In tegenstelling tot het Vlaams Legioen, viel het Waals Legioen onder de Wehrmacht en niet onder de Waffen-SS, omdat de SS-leiding de Walen niet voldoende germaans vond. Een eerste rekruteringsgolf leverde 860 vrijwilligers op. Op 8 augustus 1941 vertrokken de vrijwilligers vanaf station Brussel-Noord naar het Regenwurmlager bij Meseritz in Duitsland voor hun basisopleiding. Begin oktober werd het legioen in de Wehrmacht opgenomen als (Wallonisches) Infanterie-Bataillon 373. en op 15 oktober naar de Oekraïne gezonden als onderdeel van Heeresgruppe Süd. Hier werd het legioen op 2 november 1941 voor het eerst ingezet. Tot februari 1942 werd het legioen vooral ingezet voor anti-partizanenacties, het bewaken van aan- en afvoerlijnen en het beveiligen van flanken. In maart 1942 vertrokken 450 nieuwe vrijwilligers naar het Oostfront. Rond juli 1942 vocht het legioen bij Stalingrad en daarna in de Kaukasus. Hier verloren de Walen 853 van de 1.000 man. In december 1942 was de eenheid gereduceerd tot 200 man, maar rond mei 1943 was de sterkte van de eenheid na versterkingen weer opgelopen tot 1.600 man.

Waffen-SS
wallonie1Op 1 juni 1943 werd het Waals Legioen op troepenoefenplaats Pieske bij Meseritz opgenomen in de Waffen-SS en omgevormd tot SS-Brigade Wallonien (ook korte tijd SS-Freiwilligen-Brigade Wallonien genoemd). De Walen hadden de toelating tot de Waffen-SS te danken aan hun optreden in Rusland en het charisma van Leon Degrelle. La Brigade d’Assault Wallonie telde rond de 2.000 man; 1.600 veteranen uit het legioen en het Belgische leger en 400 nieuwe vrijwilligers uit België. Eind juni werd de brigade overgeplaatst naar troepenoefenplaats Wildflecken, waar de eenheid op 3 juli 1943 werd hernoemd tot SS-Sturmbrigade Wallonien. Van juni tot en met oktober werd de eenheid hier verder opgeleid en op 22 oktober 1943 hernoemd tot 5. SS-Freiwilligen-Sturmbrigade Wallonien. In november 1943 werd de brigade naar Oekraïne gezonden en als versterking toegevoegd aan 5. SS-Panzerdivision Wiking die probeerde Russische infiltraties in het moerassige gebied rond Smila en de Olschanka-rivier af te stoppen. Eind januari 1944 werden beide eenheden samen met vijf andere infanteriedivisies omsingeld bij Cherkassy. Wallonien en Wiking fungeerden als achterhoede bij de uitbraak uit de omsingeling op 16 en 17 februari 1944. Van de 1.972 man sterke brigade wisten er 632 de Duitse linies te bereiken.

Dorpat
Op 28 april 1944 werd het bevel gegeven om de brigade her op te stellen op troepenoefenplaats Wildflecken, waarbij op 28 juni een tweede bataljon aan de brigade werd toegevoegd, die in totaal 1.188 man telde. Eind juli 1944 ontving Wallonien het bevel een bataljon naar Estland te sturen. Degrelle besloot zelf met het Eerste Bataljon (Kampfgruppe Wallonie, 450-500 man) naar Estland te gaan. Na eerst de kustlijn achter het Tannenbergfront bewaakt te hebben, werd het bataljon medio augustus als  onderdeel van Kampfgruppe Wagner naar Dorpat verplaatst om de Russische opmars naar de zuidflank van het III (germanisches) Panzerkorps te stoppen. Na twee weken van heftige gevechten trok het bataljon zich terug naar het Koerland. Uiteindelijk werd het bataljon via Reval over zee naar Duitsland gevaren, waar de 32 overlevenden zich in Breslau weer bij de rest van de brigade voegden.

Divisie

logo_wallonien

Bron: Wikimedia.org

Op 20 september 1944 werd 5. SS-Freiwilligen-Sturmbrigade Wallonien opgewaardeerd tot SS-Freiwilligen-Grenadier-Division Wallonien, waarna de divisie op 19 oktober 1941 het nummer 28 toegekend kreeg en 28. SS-Freiwilligen-Grenadier-Division Wallonien heette. In werkelijkheid had de divisie de omvang van een versterkte brigade (8.000 man). Behalve Walen uit onder andere Organisatie Todt, werden ook Fransen en Spanjaarden van de Spanische Legion aan de divisie toegevoegd. In december werd de eenheid uitgerust met pantservoertuigen, waarna de gemechaniseerde infanteriedivisie werd hernoemd tot 28. SS-Freiwilligen-Panzergrenadier-Division Wallonien. Op 30 januari 1945 werd een Kampfgruppe van de divisie naar Pommeren verplaatst, die op 5 februari 1945 ten oosten en zuiden van Stargard werd ingezet, samen met twee bataljons van Langemarck. Begin maart was Wallonien teruggedrongen tot Altdamm. Na bijna twee weken van heftige gevechten rond Altdamm werden de 700 overlevenden van Wallonien op 19 maart over de autobaanbrug bij Stettin teruggedrongen tot achter de Oder.

Overgave
In de tweede helft van maart kwam Wallonien op adem bij Schmagerow, Loecknitz en Bergholz en kreeg de divisie nog een keer versterkingen van 100 vrijwilligers. Wallonien werd opgedeeld in twee eenheden. Een frontlijneenheid met de meest ervaren Walen en een eenheid bestaande uit nieuwelingen en herstellende gewonden. Midden april werd de frontlijneenheid opgedeeld in twee bataljons van tussen de 500 en 600 man die posities innamen bij de autobaanbrug. Toen de Russen in de morgen van 20 april dreigden door te breken, werd Kampfgruppe Hellebauts gevormd uit een bataljon van Wallonien en een bataljon van Langemarck. In de ongelijke strijd verloren de Walen bijna 1.085 van de 1.250 man. Tussen 23 en 25 april vochten de resten van Wallonien en Langemarck bij de Randowstelling (ook wel Wotanstelling genoemd). Op 26 april trokken de overlevenden zich via Prenzlau, het Ueckermeer en Woldeck terug naar de omgeving van Neubrandenburg. De 800 man van Wallonien  vochten nog door tot 3 mei 1945, toen ze zich bij Lübeck en Flensburg overgaven aan Britse troepen.

 


Spanische Freiwilligendivision
250. Infanteriedivision (spanische)
Spanische Legion
Spanische-Freiwilligen-Kompanie der SS 101
Spanische-Freiwilligen-Kompanie der SS 102

spanje_tweede-bataljon

Bron: Wikiwand.com

Op 23 oktober 1940 spraken Hitler en Franco elkaar zeven uur in het station van Hendaye, vlak bij de Frans-Spaanse grens. Hitler eiste dat Spanje zou toetreden tot de AS-mogendheden (Duitsland-Italië-Japan). Alhoewel Franco was opgeschoven van ‘neutraal’ (4 september 1939) naar ‘nicht-Kriegsführend’ (medio juli 1940) stelde hij zulke vérstrekkende eisen aan een Spaanse toetreding tot de AS-mogenheden, dat de onderhandelingen tot woede van Hitler op niets uitliepen. In december 1940 liet Franco Hitler definitief weten dat Spanje zich niet bij Duitsland zou aansluiten.

Blaue Division
Na de Duitse inval in Rusland stond Franco oogluikend toe dat Spaanse vrijwilligers mee zouden vechten aan de zijde van Duitsland als dank voor de steun van Duitsland in de Spaanse burgeroorlog. Wel bedong hij dat Spaanse vrijwilligers alleen tegen Rusland zouden worden ingezet en niet tegen de westelijke geallieerden. Nadat Hitler op 24 juni 1941 daarvoor toestemming gaf, werd in Spanje de Spanische Freiwilligendivision (División Espaňola de Voluntarios, ook wel División Azul of Blaue Division) geformeerd uit vooral jonge falangisten (Spaanse facisten) en beroepsofficieren en -onderofficieren die tegen Rusland wilden vechten omdat ze de bolsjewisten als hoofdschuldigen zagen voor de Spaanse burgeroorlog die Spanje van 1936 tot 1939 had verscheurd. Op 13 juli 1941 vertrok de eerste trein met vrijwilligers vanuit Madrid naar Duitsland.

spanish-soldiers-blue-division-px800

Bron: axishistory.com

De 250. Infanteriedivision werd op 20 juli 1941 opgesteld op troepenoefenplaats Grafenwöhr en op 31 juli 1941, na beëdiging door Hitler, officieel opgenomen in de Wehrmacht. De eenheid bestond uit drie infanterieregimenten, een artillerieregiment en enkele ondersteunen-de eenheden. De bijna 18.000 vrijwilligers droegen onder hun Wehrmachtuniform in plaats van de reguliere Wehrmachthemden een blauw falangistenhemd, wat de divisie de bijnaam ‘Blauwe Divisie’ opleverde. Op 20 augustus vertrok de divisie na een versnelde opleiding naar Rusland, waar ze op 26 september 1941 werd toegevoegd aan Heeresgruppe Nord en als eenheid van het 16. Leger ingezet aan het Wolchowfront. Vanwege hun gebrek aan discipline, vaardigheden en zorg voor wapens en uitrusting werd de divisie in eerste instantie alleen voor ondersteunende taken ingezet, maar nadat de eenheid zich bewezen had door felle Russische tegenaanvallen af te slaan, steeg de divisie in de achting van de Duitsers. In september 1942 werd de divisie overgeplaatst naar het 18. Leger. Tot en met oktober 1943 vocht de divisie aan het front bij Leningrad (Pushkin, Kolpino, Krasny Bor).

Spaans legioen
Na zware buitenlandse (Geallieerden) en binnenlandse druk (katholieke kerk) en de Geallieerde landingen in Noord-Afrika en Sicilië besloot Franco op 1 oktober 1943 van ‘nicht Kriegsführend’ naar ‘wachsamen neutralität’ te gaan. Hij liet Hitler weten dat hij op 10 oktober 1943 de divisie formeel naar Spanje zou terugroepen. Tien dagen later werd de divisie formeel ontbonden. Ruim 3.000 Spaanse vrijwilligers, vooral falangisten, weigerden naar Spanje terug te keren en vochten nog tot en met 1944 verder aan het Oostfront in de op 17 november 1943 opgestelde Spanische Legion (Legión Espaňola de Voluntarios, ook wel Legion Azul genoemd). Het drie bataljons tellende legioen vocht tegen partizanen en aan de zijde van Duitse infanteriedivisies tegen de oprukkende Russen.

Door aanhoudende druk op Franco om ook de laatste Spaanse vrijwilligers terug te roepen, werd het legioen op 15 maart 1944 ontbonden en keerden de Spanjaarden medio april 1944 terug naar Spanje, waar ze als helden werden ontvangen. Uit de Spanjaarden die weigerden terug te keren, werden in juni 1944 in Stablack-Süd (Oost-Pruisen) drie compagnieën gevormd (400 man, medio juli 1944 550 man). Twee compagnieën werden toegevoegd aan de divisie Brandenburg die anti-partizanentaken uitvoerde in Italië. Verder beval het Opperbevel van de Wehrmacht in het voorjaar van 1944 de opstelling van Spanische-Freiwilligen-Kompanie der SS 101 en Spanische-Freiwilligen-Kompanie der SS 102. De 140 man van de derde compagnie gingen op in de Spanische-Freiwilligen-Kompanie der SS 101, die werd toegevoegd aan het Eerste Bataljon van 70. Panzergrenadier-Regiment van 28. Freiwilligen-Panzergrenadier-Division Wallonien, waar ze de 3de compagnie vormden. Deze divisie werd in februari 1945 ingezet in Pommeren. Na de terugtocht achter de Oder-Neiselinie werd de compagnie nog toegevoegd aan de 11. Freiwilligen-Panzergrenadier-Division Nordland en 15. Waffen-Grenadier-Division der SS (lettische Nr. 1) die vochten in Berlijn.


III (germanisches) SS-Panzerkorps

Zowel Reichsführer-SS, Heinrich Himmler, als het hoofd van het SS-Hauptamt, Obergruppenführer Gottlob Berger, waren onder de indruk van de passie en moed die de buitenlandse vrijwilligers aan het Oostfront hadden getoond. Ze vatten het idee op om de legioenen uit te bouwen tot brigades of divisies en officieel op te nemen in de Waffen-SS. Zo ontstond in het voorjaar van 1943 het plan om alle Germaanse vrijwilligers, zowel in de Waffen-SS als in de legioenen, samen te brengen in een SS-legerkorps met twee divisies: de 5. SS-Panzer-Division Wiking en een nieuw te formeren SS-Freiwilligen-Panzergrenadier-Division Nordland met drie regimenten, bestaande uit de vrijwilligerslegioenen uit Nederland, Noorwegen en Denemarken. De Vlaamse vrijwilligers zouden géén deel gaan uitmaken van dit korps, omdat Himmler bang was voor het ontstaan van een Groot-Nederlandse gedachte. Zij werden ondergebracht in de 6. SS-Freiwilligen-Sturmbrigade Langemarck.

Op 19 april 1943 werd het III (germanisches) SS-Panzerkorps opgericht. Het toevoegsel ‘germanisches’ bracht tot uitdrukking dat in het korps vooral West-Europese vrijwilligers dienden. Commandant van het korps werd de commandant van 5. SS-Panzer-Division Wiking, Gruppenführer Felix Steiner. Het nieuwe korps had niet alleen militaire, maar ook politiek-ideologische voordelen. Militair gezien kreeg de Waffen-SS meer aanzien, waardoor, zo was de verwachting, het aantal aanmeldingen als vrijwilliger zou toenemen. Op politiek-ideologisch vlak kwam de Groot-Germaanse gedachte beter tot zijn recht en werd voorkomen dat de legioenen in de thuislanden ingezet konden worden voor separatistische doeleinden. De betreffende vrijwilligerslegioenen werden in het voorjaar van 1943 van het front teruggetrokken en overgebracht naar troepenoefenplaats Grafenwöhr. Het Vrijwilligerslegioen Nederland werd omgevormd tot 4. SS-Freiwilligen-Panzergrenadier-Brigade Nederland met twee regimenten.

Kroatië
Eind augustus 1943 werd het Derde Pantserkorps naar Kroatië verplaatst waar het deel ging uitmaken van Legergroep Von Weichs, verbonden aan het 2. Pantserleger van General Rendulic. Het korps bestond uit de 11. SS-Freiwilligen-Panzergrenadier-Division Nordland en de 4. SS-Freiwilligen-Panzergrenadier-Brigade Nederland. De 5. SS-Panzer-Division Wiking die ook deel zou gaan uitmaken van het korps was echter dringender nodig bij Heeresgruppe Süd en bleef in Zuid-Rusland.

Oostfront
Eind december 1943 werd het korps naar de Oranienburgenclave bij Leningrad in Noord-Rusland verplaatst. Nadat de Russen medio januari 1944 uit de enclave braken, werd het korps teruggedrongen naar Narva. Hier hield het korps tot eind juli stand tegen een Russische overmacht, maar een Russische doorbraak bij Heeresgruppe Mitte dwong het korps om westwaarts terug te trekken op de Tannenbergstelling. Om te voorkomen dat het korps werd afgesneden door Russische eenheden die ten zuiden van hen oprukten, trok het korps zich terug op het Koerland. Hier vocht het korps een verbeten strijd, totdat de eenheid eind januari 1945 naar Pommeren werd teruggetrokken in een poging de Russische opmars naar Berlijn te stoppen door hen in de noordelijke flank aan te vallen. Het gehavende korps was echter geen partij voor de Russische overmacht en werd teruggedrongen tot achter de Oder-Neisse lijn. Na de val van Berlijn gaven de restanten van het korps zich over aan de Russen of Geallieerden.


Estnische Legion
1. Estnisches SS-Freiwilligen-Grenadier-Regiment
Estnisches SS-Freiwilligen-Panzergrenadier-Bataillon Narva
Estnische SS-Freiwilligen-Brigade
3. Estnische SS-Freiwilligen-Brigade
20. Estnische SS-Freiwilligen-Division
20. Waffen-Grenadier-Division der SS (estnische Nr. 1)
Kampfgruppe Vent
Kampfgruppe Rebane

est_legion_achterkant

Vaandel Estnische Legion. Bron: Wikimedia.org

Op 26 augustus 1942 gaf Reichsführer-SS Himmler gehoor aan de wens van het hoofd van het SS-Hauptamt, Gruppenführer Gottlob Berger, voor de oprichting van een Estlands legioen (Eesti Leegioni). Twee dagen later riep de Duitse Generalkommissar van Estland op tot de oprichting van een Estlands legioen om de kruistocht tegen het bolsjewisme te ondersteunen. Adolf Hitler gaf op 1 oktober 1942 het bevel tot de vorming van de Estnische Legion (ook wel 1. Estnisches SS-Freiwilligen-Grenadier-Regiment) met als commandant kolonel Johannes Soodla. Het legioen werd naar troepenoefenplaats Heidelager bij Dębica verplaatst om daar opgeleid te worden. Eind maart telde het als gemotoriseerd infanterieregiment gevormde legioen inclusief Duits kader ongeveer 1.000 man, verdeeld over drie bataljons. Op 23 maart 1943 werden 800 man van het Eerste Bataljon aan het legioen onttrokken en als Estnisches SS-Freiwilligen-Panzergrenadier-Bataillon Narva toegevoegd aan SS-Panzergrenadier-Division Wiking als vervanging voor het Finse bataljon dat was ontbonden.

logo_estland

20. Waffen-Grenadier-Division der SS (estnische Nr. 1). Bron: Wikipedia.org

Door de aanhoudende stroom Estse vrijwilligers groeide het legioen op 5 mei 1943 uit tot de Estnische SS-Freiwilligen-Brigade met twee regimenten en ruim 5.000 man. In oktober 1943 werd de eenheid hernoemd tot 3. Estnische SS-Freiwilligen-Brigade. Eind 1943 werd de brigade naar Nevel in Rusland verplaatst in de sector van Heeresgruppe Nord. Aanvankelijk werd de brigade vooral ingezet in de strijd tegen partizanen, maar na het oprukken van de Russen werden de Esten ook aan het front ingezet. Op 24 januari 1944 werd de brigade op bevel van de Reichsführer-SS teruggetrokken en omgevormd tot de 20. Estnische SS-Freiwilligen-Division, om op 8 februari 1944 toegevoegd te worden aan het III (germanisches) Panzerkorps als vervanging voor de leeggebloede 9. Feld-Division (L) en 10. Feld-Division (L). Vanaf 20 februari 1944 tot 19 september 1944 vocht de divisie aan het noordelijk deel van het front bij Narva en vanaf augustus 1944 rond Dorpat. Op 26 mei 1944 werd de divisie hernoemd tot 20. Waffen-Grenadier-Division der SS (estnische Nr. 1). Bijna twee maanden later, op 25 juli, trok de divisie zich terug op de Tannenbergstelling, waar ze tot medio augustus standhielden.

estonian_legion_recruiting_point

Bron: Wikipedia.org

Medio augustus 1944 werden SS-Freiwilligen-Grenadier-Regiment 45 en SS-Freiwilligen-Grenadier-Regiment 46 opgedeeld in Kampfgruppe Vent en Kampfgruppe Rebane om de Russische opmars vanuit in Pleskau naar de lijn Peipus See-Tartu-Wirzsee te stoppen. Kampfgruppe Vent werd ingezet bij Elva, Kambja en Pangod. Kampfgruppe Rebane bij de Ahja-rivier. Na de toestemming van Hitler, medio september, om terug te trekken uit Estland bleven de Esten die dat wilden in Estland achter om de Russen te bevechten. Het restant van de divisie werd teruggetrokken naar Duitsland. Op 6 oktober 1944 werd de divisie naar troepenoefen-plaats Neuhammer verplaatst om te hergroeperen. In januari 1945 werd de divisie aan de Silezische grens ingezet om de Russische opmars te stoppen. Na gevechten bij Breslau, Brieg, Oppeln, Neisse, Goldberg en Hirschberg trok de zwaar gehavende divisie zich terug naar het gebied rond Melnik. Begin mei 1945 gaven delen van de divisie zich over aan de Russen en delen aan Geallieerde troepen.


Luftwaffen-Feld-Division 9
Luftwaffen-Feld-Division 10
9. Feld-Division (L)
10. Feld-Division (L)

felddivision

Bron: Wikiwand.com

Door de grote Duitse verliezen tijdens de winter van 1941/1942 en de Duitse zomer-offensieven in 1942 had het Opperbevel van de Wehrmacht behoefte aan soldaten. Hitler gaf daarop op 12 september 1942 in een Führerweisung de Opperbevelhebber van de Luftwaffe, Hermann Goering, het bevel om 200.000 man ter beschikking te stellen van de Wehrmacht. Goering zag weinig heil in het bevel van Hitler en wist hem er van te overtuigen om de luchtmachtsoldaten in te zetten in 22 luchtmachtvelddivisies in plaats van hen te verdelen over Wehrmachtdivisies. De luchtmachtvelddivisies hadden de helft van de omvang van een Wehrmacht-infanteriedivisie: vier lichte infanteriebataljons in plaats van drie regimenten, en een antitank-, verkennings- en pioniercompagnie in plaats van een bataljon van elk.

17lffdsoldat

Onderofficier Feld-Division Bron: northernforties.org.uk

Het grote nadeel van de luchtmachtvelddivisies was dat ze geen enkele infanterie-opleiding hadden gehad of gevechtservaring hadden, waardoor de gevechtskracht van de eenheden laag was en de verliezen hoog waren, mede door fouten van de hogere staven. Op 20 september 1943 besloot Hitler de Luftwaffen-Feld-Divisionen alsnog als Felddivisionen onder bevel van de Wehrmacht te brengen. Ook werden veel Luftwaffe-officieren vervangen door Wehrmacht-officieren, waardoor de luchtmachtvelddivisies formeel ophielden te bestaan.

Luftwaffen-Feld-Division 9 en Luftwaffen-Feld-Division 10 werden in oktober 1942 opgericht en op 1 november 1943 in de Wehrmacht opgenomen als 9. Feld-Division (L) en 10. Feld-Division (L). Begin 1944 werden beide divisies bijna vernietigd bij de Russische uitbraak uit de Oranienbaumenclave. 9. Feld-Division (L) werd op 12 februari 1944 ontbonden. De resterende manschappen werden toegevoegd aan de 61, 225. en 227. Infanterie-Division. 10. Feld-Division (L) werd op 3 februari 1944 ontbonden. De restanten van deze divisie werden toegevoegd aan de 170. Infanterie-Division.

SS-Totenkopf-Reiter-Standarte
SS-Kavallerie-Brigade
8. SS-Kavallerie-Division Florian Geyer

bundesarchiv_bild_101iii-adendorff-002-18a_russland_ss-kavallerie-brigade

Bron: Bundesarchiv, bild_101iii-002-18a, Peter Adendorf

SS-Totenkopf-Reiter-Standarte 1 en SS-Totenkopf-Reiter-Standarte 2 werden in mei 1940 in Warschau opgericht uit de SS-Totenkopf-Reiter-Standarte. In het voorjaar van 1941 werd de eenheid hernoemd tot SS-Kavallerie-Regiment 1 en SS-Kavallerie-Regiment 2 en met ingang van 21 juni 1941 onder de Kommandostab Reichsführer-SS geplaatst. In augustus 1941 werden de beide regimenten samengevoegd tot de SS-Kavallerie-Brigade. De eenheid nam deel aan moorden op de Joodse bevolking in de Prypjatmoerassen bij het Wit-Russische Brest. In 1942 werd de brigade uitgebreid tot de 8. SS-Kavallerie-Division Florian Geyer.


SS-Panzergrenadier-Lehr-Regiment
SS-Panzergrenadierregiment Kienschlag
SS-Panzergrenadier-Regiment Klotz

panzergrenadierschule

SS-Panzergrenadier-Schule Kienschlag. Bron: lssah.createaforum.com

Op bevel van het SS-Führungshauptamt werd op 1 januari 1943 op troepenoefenplaats Böhmen bij Praag SS-Panzergrenadier-Schule Prosetschnitz  opgericht als opleiding voor (reserve-)officieren. Begin 1944 werd de school hernoemd tot SS-Panzergrenadier-Schule Kienschlag.

Tussen 1 januari en eind oktober 1943 groeide de school van enkele compagnieën tot een regiment (SS-Panzergrenadier-Lehr-Regiment) met twee bataljons, veelal (verdreven) Russische Volksduitsers uit het gebied rond Odessa. In het voorjaar van 1944 (maart/april) werd een derde bataljon opgesteld. Van maart 1944 tot 16 juni 1944 waren het Eerste en het Tweede Bataljon en enkele ondersteunende compagnieën toegevoegd aan de 16. SS-Panzergrenadier-Division Reichsführer-SS. Op 16 juni werd het regiment opgeheven en werden de beide bataljons verdeeld over de Reichsführer-SS-Divisie en Kampfgruppe Schill, later SS-Panzergrenadier-Regiment Schill (SS-Freiwilligen-Grenadier-Regiment 86).

In oktober 1944 werd aan de SS-Panzergrenadier-Schule een nieuw SS-Panzergrenadier-Lehr-Regiment met drie bataljons Volksduitsers opgesteld. Nauwelijks opgeleid werd het regiment op 22 december 1944 als SS-Panzergrenadier-Regiment Kaiser (onder commando van Obersturmbannführer Vincenz Kaiser) toegevoegd aan de 17. SS-Panzergrenadier-Divisie Götz von Berlichingen in de buurt van Landstuhl. Hier ging het onervaren en slecht uitgeruste regiment jammerlijk ten onder nadat het was omsingeld.

Bkienschlagegin januari 1945 werd het SS-Panzergrenadier-Lehr-Regiment heropge-steld in Neudorf (Networtschitz). Ook dit door SS-Obersturmbannführer Rudolf Klotz aangevoerde regiment (SS-Panzergrenadier-Regiment Klotz, ook wel SS-Panzergrenadierregiment Kienschlag genoemd) bestond voor het overgrote deel uit Volksduitsers. Begin februari 1945 werd het uit twee bataljons bestaande regiment naar Pommeren verplaatst naar het verzamelgebied van het net uit het Koerland teruggekeerde III (germanisches) SS-Panzerkorps. Hier werden de twee bataljons op 4 februari 1945 bevel van de commandant van het III (germanisches) SS-Panzerkorps ontbonden. Het Eerste Bataljon en de 13de compagnie werden toegevoegd aan de 11. SS-Freiwilligen-Panzergrenadier Division Nordland bij Freienwalde, en het Tweede Bataljon en de 15de compagnie aan de 4. SS-Freiwilligen-Panzergrenadier-Brigade Nederland bij Gollnow. De ongeveer 800 man arriveerden op 8 februari 1945 bij Nederland en werden toegevoegd aan SS-Freiwilligen-Panzergrenadier-Regiment 49 De Ruyter.