1941

historische context -> 1941


Blik op het Oosten
Ondanks het niet-aanvalsverdrag tussen Duitsland en Rusland vielen Duitse troepen op
22 juni 1941 Rusland binnen. Op 27 juni 1941 riep Reichskommissar Seyss-Inquart tijdens
een grote bijeenkomst in het centrum van Amsterdam de aanwezigen op hun blik op het
Oosten te richten en samen met de Duitsers ‘dit Europees gebied definitief voor Europa te winnen.’ Seyss-Inquart hoopte dat de ‘kruistocht tegen het ongeloof’ bij het gelovige Nederlandse volk weerklank zou vinden. Temeer daar Nederland een van de drie landen was die de Sovjet-Unie niet erkend hadden.

Een van de wervingsposters voor het Vrijwilligerslegioen Nederland.

Een van de wervingsposters voor het Vrijwilligerslegioen Nederland.

Nederlands legioen
De volgende dag riep de voorman van het Nationaal Front, Arnold Meyer, in het hoofdartikel van de partijkrant ‘Nederlandsche Dagblad’ op tot de vorming van een ‘afzonderlijk’ Nederlands geleid legioen, dat zij aan zij met de Duitsers de bolsjewisten zou bestrijden. De NSB en de Nederlandse Unie zagen geen heil in het plan. Vrijwilligers konden immers al terecht bij de Standarte Westland en sinds april 1941 ook bij de SS-Freiwilligenstandarte Nordwest, die lagere toelatingseisen hanteerde dan ‘Westland’.

De Duitsers daarentegen waren enthousiast over Meyers idee. Hen was er veel aan gelegen om ‘het idee en realisatie van een Nederlands vrijwilligerskorps geheel en al het werk van Nederlanders te laten lijken.’ Want wat Meyer niet wist, was dat Berlijn achter de schermen om propagandistische redenen al plannen had voor de oprichting van Germaanse legioenen, die echter niet als zelfstandige eenheden, maar als ‘Freiwilligenverbände’ in het kader van de Waffen-SS zouden worden ingezet. In de praktijk interpreteerde het SS-Führungshauptamt de eenheid als ‘eine Einheit der Waffen-SS.’ Met name Seyss-Inquart vermoedde dat dit niet goed zou vallen bij de Nederlanders en afbreuk zou doen aan het werven van vrijwilligers.

Vrijwilligersverband Nederland
Ondanks het ontbreken van de steun van de NSB en de Nederlandse Unie bleef Meyer zich inzetten voor een legioen dat onder Nederlandse vlag, met Nederlandse officieren en gestoken in Nederlandse uniformen voor de duur van de oorlog uitsluitend tegen de bolsjewisten zou vechten. De voormalige Chef van de Generale Staf, luitenant-generaal b.d. Hendrik Alexander Seijffardt, werd begin juli van verschillende kanten benaderd als ‘Befehlshaber der Legion.’ Seijffardt was in 1937 al kort lid van de NSB geweest en stond bekend als een ‘overtuigd nationaalsocialist’.

Vrijwilligers melden zich bij een van de wervingskantoren aan voor het Vrijwilligerslegioen Nederland.

Vrijwilligers melden zich aan bij een van de wervingskantoren

Nadat Hitler op 5 juli toestemming had gegeven ‘zur errichtung einer Niederländischen Legion,’ maakten de kranten, zonder medeweten van Meyer, melding van de oprichting van een Vrijwilligersverband Nederland. Vrijwilligers konden zich melden aan de Stadhouderslaan 132 in Den Haag. Er stond echter niet bij dat dit het adres was van de SS-Ergänzungsstelle Nordwest … Zowel Meyer, als Seijffardt en Seyss-Inquart waren hierdoor onaangenaam verrast. Toezeggingen en concessies van Duitse zijde overtuigden Meyer en Seijffardt ervan dat het Vrijwilligersverband een eenheid met een Nederlands karakter zou worden.

Vrijwilligerslegioen Nederland
Op 10 juli 1941 werd Seijffardt benoemd tot commandant van het Nederlandse legioen. Standartenführer Otto Reich werd verantwoordelijk voor de oprichting en opleiding van de vrijwilligers. Seijffardt begon onmiddellijk met het werven van vrijwilligers die ‘onder eigen vlag en eigen officieren aan de strijd deelnemen’. Op 10 juli werden er al affiches op reclamezuilen geplakt en de dag na zijn benoeming stond op de voorpagina’s van alle kranten een oproep van Seyss-Inquart en Seijffardt om toe te treden tot het vrijwilligerslegioen en zich te melden bij een van de acht nieuwe wervingsbureaus in evenzoveel steden. Zijn oproep was met name gericht op officieren, onderofficieren en manschappen uit het Nederlandse leger, maar vond bij deze groepen nauwelijks gehoor. Het formele besluit tot oprichting van het 1 Rgt. (besp.) Vrijwilligerslegioen Nederland werd genomen op 12 juli 1941, met als oprichtingsdatum 1 augustus 1941.

Vrijwilligers vertrekken met de trein naar hun opleiding.

Vrijwilligers vertrekken voor hun opleiding

Na een officieel afscheid in de ‘Dierentuin’ in Den Haag en een defilé langs Seijffardt, Seyss-Inquart en Gruppenführer Rauter, vertrok op 26 juli 1941 om halfzeven ’s avonds het eerste contingent van 585 vrijwilligers vanaf het Haagse station Staatsspoor per trein naar Dębica om daar opgeleid te worden. In de maanden die volgden, meldden zich ruim drieduizend vrijwilligers. Een deel om mee te vechten tegen het bolsjewisme en Nederland een prominente plaats te geven in de nieuwe Europese orde. Een ander deel om materiële redenen: een familievergoeding, een boerderij in het Oosten of een officiersloopbaan. Ten slotte was er nog een groep die zich aanmeldde om zo een gevangenisstraf te ontlopen of voor het avontuur. Het waren er echter niet genoeg om zowel ‘Nordwest’ als het legioen op volle sterkte te brengen. Daarom besloot het SS-Führungshauptamt op 24 september 1941 om ‘Nordwest’ en het Vrijwilligerslegioen samen te voegen tot het 1. Infanterieregiment (mot) Freiwilligen Legion Niederlande. Dit tot groot ongenoegen van Reich.

Vrijwilligers zijn aangekomen voor hun opleiding.

Vrijwilligers zijn aangekomen voor hun opleiding.

Dębica
Het eerste contingent vrijwilligers leerde tijdens de basisopleiding in Dębica de grondbeginselen van het militaire vak leerden: gaan, staan, groeten en marcheren. Ook kregen ze les en werd er veel gesport. Op 8 augustus 1941 vertrok het tweede contingent vrijwilligers, 432 man sterk, naar Dębica. Het eerste contingent bestond nog grotendeels (70%) uit vrijwilligers die niet tot een politieke groepering behoorden. Dit in tegenstelling tot latere contingenten, met bijna uitsluitend leden van de NSB of onderafdelingen. De eerste twee contingenten kregen hun basisopleiding in Dębica. Vanaf het najaar van 1941 gingen alle vrijwilligers voor hun basisopleiding naar Sennheim 1 in de Duitse Elzas.

Spanningen

Bij de oprichting van het Vrijwilligerslegioen Nederland was er de verwachting, dan wel de hoop, dat het legioen aangevoerd zou worden door Nederlandse officieren. Het daadwerkelijke aantal aanmeldingen bleef echter ver achter bij de verwachtingen. Ongeveer zeventig officieren, reserveofficieren en onderofficieren meldden zich aan, waarvan er veertig te oud waren, of anderszins niet voldeden aan de gestelde eisen.

Al tijdens de eerste dagen in Dębica ontstonden meningsverschillen tussen de dertig overgebleven Nederlandse officieren en Duitse officieren, waarna tien Nederlandse officieren ontgoocheld terugkeerden naar Nederland. Met de twintig resterende officieren konden onmogelijk alle officiersrangen gevuld worden. Het overgrote deel van het officierskorps werd daarom, al dan niet vrijwillig, van andere eenheden van de Waffen-SS overgeplaatst naar het Vrijwilligerslegioen.

Arys
arysOp 10 september 1941 werden de eerste twee contingenten, 1.840 man sterk, na het voltooien van de basisopleiding verplaatst van Dębica naar Arys 2. Zowel in Dębica als Arys waren er spanningen tussen het Duitse kader en de Nederlandse vrijwilligers. Bij de vrijwilligers leidden de harde en meedogenloze opleidingsmethoden tot veel onbegrip en weerstand. Dit werd versterkt doordat velen geen, of onvoldoende, Duits spraken, waardoor misverstanden ontstonden. Bovendien waren onder de vrijwilligers verschillende stromingen vertegenwoordigd en varieerden de achtergronden en redenen om dienst te nemen sterk, waardoor ook onderling spanningen ontstonden.

arys2

Bron beide foto: lexikon-der-Wehrmacht.de

Het overgrote deel van de Duitse officieren en onderofficieren, inclusief de net bevorderde commandant Oberführer Reich, beschouwde Nederlandse vrijwilligers als tweederangs Duitsers en hun plaatsing bij het Vrijwilligerslegioen als een degradatie. Dit beeld werd versterkt door onbekendheid van Duitse opleiders met de aard en mentaliteit van Nederlandse vrijwilligers. Reichsführer-SS Himmler daarentegen wilde dat Duitsers de Nederlanders als hun gelijken zagen. Om Duitsers en Nederlanders dichter bij elkaar te brengen, bracht NSB-leider Mussert eind december 1941 een bezoek aan Arys.

Zelfstandige eenheid
wolfangelEind september 1941 werd het Vrijwilligerslegioen Nederland een zelfstandige eenheid met twee bataljons. Een maand later werd een derde bataljon aan ‘Nederland’ toegevoegd, dat voornamelijk bestond uit leden van de Weerbaarheidsafdelingen van de NSB. Het was de bedoeling dat dit derde bataljon het eerste bataljon ging vormen van een tweede Legioensregiment, waardoor het legioen de status van een Nederlandse vrijwilligersdivisie kon krijgen. Door het vertrek van vrijwilligers en doordat de werving achterbleef bij de verwachtingen, bleek de oprichting van een tweede regiment onhaalbaar. Daardoor werd het ‘WA-bataljon’ het derde bataljon in het Vrijwilligerslegioen. Op 23 oktober 1941 legden de eerste Nederlandse vrijwilligers de eed af. Vier dagen later hielden het Nederlandse en Vlaamse legioen een gezamenlijke veldoefening, waar Gruppenführer Knoblauch van de Kommandostab Reichsführer SS speciaal uit Berlijn voor overkwam.

De vrijwilligers droegen de gebruikelijke veldgrijze uniformen van de Waffen-SS. Rond deze schildjeperiode werd de staande, en later ook de liggende, wolfsangel geïntroduceerd als alternatief voor de SS-runen, die tot dan toe door de vrijwilligers op de rechterkraagspiegel werden gedragen. Op de linkerkraagspiegel droegen alle Waffen-SS’ers de rangaanduiding. Op de linkermouw waren van boven naar beneden aangebracht: de Duitse Rijksadelaar, het oranje-wit-blauwe ‘Prinsenschild’ en een zwarte, met zilvergrijs draad afgezette, band met de naam van de eenheid: Legion Niederlande, Frw. Legion Niederlande, of Frw. Legion Nederland. De helm was de standaard Stahlhelm met links cuffbandhet hakenkruis en rechts een wit schildje met de SS-runen. Later in de oorlog werden verplicht alle decals van de helm verwijderd.

Voetnoten

  1. Cernay (Frankrijk)
  2. Orzysz (Polen)